De jazzgeschiedenis van Pierre Tuning

Pierre Tuning

Om de culturele sector van Aalsmeer een steun in de rug te bieden, geven we het woord aan tien locals die er hun stempel op hebben gedrukt. Zo ook Pierre Tuning, die jazztalenten weet te lokken naar cultureel café Bacchus.

Bekend in Bacchus

Om de culturele sector van Aalsmeer een steun in de rug te bieden, geven we het woord aan tien locals die er hun stempel op hebben gedrukt. Zo ook Pierre Tuning, die jazztalenten weet te lokken naar cultureel café Bacchus.

‘Ik ben een gepensioneerde journalist, maar ook een hobbyist die het ontzettend leuk vindt om jazzconcerten in de buurt te organiseren, zodat mensen daarvoor niet naar Amsterdam hoeven. Reinoud Staps en ik zijn samen verantwoordelijk voor de programmering van Bacchus en we hebben intussen, sinds 1993, een aardige hoeveelheid relaties met muzikanten opgebouwd. We worden af en toe zelfs opgebeld door bekende musici; een paar jaar geleden belde de violist Tim Kliphuis met de mededeling dat zijn trio tien jaar bestond, hij een avond beschikbaar was en of hij niet eens in Bacchus zou kunnen komen spelen. Sindsdien speelt hij ieder jaar bij ons met een fantastisch trio. Mensen komen vanuit Alkmaar, Amsterdam en Haarlem naar Bacchus vanwege de artiesten die bij ons optreden.’

Klassiek

‘Ik heb een tijdje in Amsterdam, Weesp en Amstelveen gewoond. Tegenwoordig woon ik een straat verder dan mijn geboortehuis in Aalsmeer. Ik luister al sinds mijn veertiende naar jazz en ik heb sinds de jaren zestig veel jazzclubs en concerten bezocht. Sinds de oprichting van de stichting Kunst en Cultuur Aalsmeer, in 1995, ben ik ook lid van hun muziekwerkgroep. Ik nam daarvoor ook deel aan de organisatie van klassieke concerten in de oudkatholieke kerk. Verder heb ik met Reinoud een keer voor ANBO, een ouderenorganisatie, in Bacchus een cursus jazzgeschiedenis gegeven. En bij de Nieuwe Meer, een restaurant aan het water, heb ik een paar seizoenen jazzmuziek verzorgd met allerlei solisten. Daar heb ik ook jazzweekenden georganiseerd. Een keer ben ik erin geslaagd drie bigbands te krijgen, die op vrijdag, zaterdag en zondag optraden.’

Intiem podium

‘Het aardige van Bacchus is dat het heel klein is en dat er boven een galerij is waar mensen naar kunnen uitwijken. Het publiek, maximaal zo’n vijftig man, zit zo bovenop de artiesten, een meter bij hen vandaan. Dat is hartstikke leuk en creëert ook een hele intieme sfeer. In coronatijd is Bacchus in hetzelfde gebouw uitgeweken naar een grotere zaal, waar vijftig à zestig mensen op anderhalve meter van elkaar kunnen zitten. Buiten mij en Reinoud zijn er gelukkig veel meer vrijwilligers bij Bacchus betrokken. Soms geven bandleden ons tips over andere orkesten waar ze deel van uitmaken, waardoor we weer aan nieuwe bands komen. Zo slagen we er naar mijn idee elk seizoen weer in om een prachtig programma te presenteren.’

Café Bacchus